Steeds vaker wordt openbare verlichting in een afwijkende lichtkleur geplaatst langs provinciale wegen en rijkswegen. Dit heeft alles te maken met de flora- en faunawet. Standaard ‘witte’ straatverlichting kan vleermuizen verblinden, afschrikken en hun leefomgeving en gedrag verstoren. Dit is in strijd met de wet, want vleermuizen zijn een beschermde diersoort in ons land.
Vaak wordt echter veel te snel besloten om rode verlichting te plaatsen, om discussies te voorkomen over de mogelijke negatieve effecten voor de vleermuizen. Er wordt te weinig rekening gehouden met de negatieve effecten voor omgeving, bewoners, weggebruikers en wegwerkers. Nu we steeds vaker rood licht inzetten worden ook die nadelen steeds meer zichtbaar.
De negatieve effecten van rood licht
Zo kwamen bewoners van een nieuwbouwwijk in Barneveld vorig jaar in opspraak tegen de diervriendelijke verlichting. De straat werd gekscherend ‘de rosse buurt’ genoemd.
De rode verlichting is niet alleen vervelend voor bewoners en bestuurders maar heeft ook mogelijk een negatief effect voor de zichtbaarheid van verkeersmaterieel (bv pilonnen/kegels) en wegwerkers. Weggebruikers die een rood licht gebied inrijden moeten zich aanpassen aan de afwijkende lichtkleur. Zolang de rijtaak niet verzwaard is, is dit redelijk eenvoudig. Maar als men meerdere afwijkende rijtaken moet uitvoeren langs het werkgebied (versmalde rijbaan, invoegen, uitvoegen, opschuiven en wisselen van rijbaan) kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Deze mogelijke onveiligheid ontstaat door het wegvallen van kleurcontrast en kleurherkenning die ontstaat door de rode lichtkleur. Mogelijk gevolg hiervan kan zijn een verhoogde kans op ongevallen/incidenten.
Extra maatregelen bij werk in uitvoering
Er is nog geen informatie beschikbaar die deze veronderstelling bewijst. Los van de feiten verdient het aanbeveling om tijdens werk in uitvoering rekening te houden met de aanwezigheid van rood licht in relatie tot de te nemen maatregelen. Te denken is aan een mogelijk verdergaande snelheidsbeperking en/of het toepassen van aanvullende verlichting op plaatsen waar rijtaak verzwaarde taken aanwezig zijn zodat zorg gedragen wordt voor voldoende kleurcontrast in het werkgebied.
Praktisch Ontwerpen
De ontwerper van een openbare verlichtingsinstallatie die geconfronteerd wordt met eisen om vleermuisvriendelijke verlichting toe te passen dient rekening te houden met de voor- en nadelen van rode verlichting. Een ontwerper lost dit vaak op door speciale ledverlichting toe te passen en rekening te houden met lichtpunthoogte, tilthoek van de armatuur en afscherming van de armaturen. Het is echter van belang om de gebieden waar afwijkende verlichting toegepast wordt alleen toe te passen daar waar nodig in plaats van het gehele project/gebied te voorzien van dergelijke verlichting. Ook is het in veel gevallen mogelijk om een lichttechnisch hiaat in de gelijkmatigheid van de verlichting langs de rijbaan te accepteren als de onderlinge mastafstanden tussen lichtmasten vergroot wordt om een kruisende vliegroute van vleermuizen vrij te houden van verlichting. Daarnaast kan in overleg vastgesteld worden in welke mate de verlichting gedimd kan worden tijdens de rustige momenten.
Vraag hierbij is, en blijft, in welke mate deze extra maatregelen effect hebben of mogen hebben op aanwezige vleermuizen in het gebied? Het is dus ook van belang om in overleg met de diverse betrokken specialisten, opdrachtgever en beheerder vast te stellen hoe voldaan kan worden aan de eisen die gesteld worden aan openbare verlichting en aan gestelde eisen in relatie tot beschermde diersoorten zoals vleermuizen.
Opdrachtgevers/bestekschrijvers moeten zich dus realiseren dat een eis, zoals “de verlichting moet vleermuisvriendelijk zijn”, onvolledig én niet SMART is voor ontwerpers van openbare verlichting.